toledot yeshu

De sage van Jezus (7)

Koningin Helene eiste dat het lichaam van Jezus binnen drie dagen aan haar getoond zou worden, waarbij ze zware straffen in het vooruitzicht stelde. Grote onrust ontstond. Toen de tuinman Rabbi Tanhuma zag lopen in het veld, al klagend over het ultimatum van de koningin, vertelde de tuinman wat hij gedaan had, zodat de volgelingen van de Jezus het lichaam niet konden stelen en zouden kunnen claimen dat hij opgestegen was in de hemel. De wijzen haalden het lichaam op, bonden het aan de staart van een paard en brachten het naar de koningin met de woorden: “Dit is Jezus, van wie gezegd wordt dat hij opgevaren is naar de hemel.”

Toen zij zag dat Jezus een valste profeet was en het volk ophitste en misleidde, lasterde ze zijn volgelingen en prees de wijzen. De discipelen verspreidden zich over de volgen, drie gingen naar de bergen van Ararat, drie naar Armenië, drie naar Rome en drie naar de koninkrijken aan zee. Daar betoverden ze de mensen, maar uiteindelijk werden ze gedood.

In hun verwarring, claimden de volgelingen bij Israël: “Jullie hebben de messias van de Heer gedood.” De Israëlieten antwoorden: “jullie geloven in een valse profeet.” Dertig jaar lang was er strijd en discussie over.

De wijzen wilden Israël en hen die Jezus als messias blijven claimen van elkaar scheiden en zij vroegen een zeer wijs mens, Simon Kefas om raad. Simon vertrok naar Antiochië, een belangrijke christelijke stad, en claimde daar “ik ben een volgeling van Jezus. Hij heeft me gestuurd om jullie de weg te wijzen. Ik zal jullie een teken geven zoals dat van Jezus.” Simon had het geheim van de onnoembare naam gevonden en genas daarmee een melaatse en een lamme. Daarom werd hij als een echte discipel geaccepteerd door de andere volgelingen.

Hij vertelde dat Jezus in de hemel is, aan de rechterhand van de Vader, om Psalm 110:1 te vervullen. Ook vertelde hij dat Jezus wilde dat zij zich afscheiden van de joden en hun gebruiken niet langer moeten volgen, zoals Jesaja gezegd heeft: “Jullie manen en jullie sabbatsdagen verafschuw ik.” Nu moesten ze de eerste dag van de week vieren, in plaats van de zevende, de opstanding in plaats van Pesach, de hemelvaart in plaats van het wekenfeest, de ontdekking van het kruis in plaats van nieuwjaar, het feest van de boetedoening in plaats van het feest van de besnijdenis, nieuwjaar in plaats van Chanoeka, ze mochten niet meer besnijden of de voedselwetten houden. Ook moesten ze de leer volgen van het toedraaien van de rechter als de linker werd geslagen en het geduldige ondergaan van het lijden. Al deze nieuwe regels die Simon Kefas (of Paulus, zoals de christenen hem kenden) bracht, waren eigenlijk bedoeld om deze christenen van de joden de scheiden en zo de innerlijke strijd te stoppen.

Lees alle verhalen hier terug.