Jezus vertrok naar noordelijk Galilea. De wijzen kwamen voor de koningin, waar zij zich beklaagden dat Jezus zich bezig hield met tovenarij en het misleiden van het volk. Daarom stuurde zij Annanuï en Achazia om hem te grijpen.
Annanuï en Achazia vonden hem in noordelijk Galilea, waar hij zichzelf uitriep tot zoon van God. Toen zij hem wilden grijpen, ontstond er een gevecht. Maar Jezus zei tegen de mannen van noord-Galilea: “Voer geen strijd.” Hij wilde zichzelf bewijzen door de kracht die hij van zijn hemelse vader ontving.
Hij sprak de onuitspreekbare naam uit over de kleien vogeltjes en zij vlogen de lucht in. Toen sprak hij dezelfde letters uit over een molensteen die bij het water lag. Hij zat erin en het dreef als een boot. De mensen die het zagen, stonden versteld. De boodschappers die dit zagen, brachten verslag van deze wonderen uit aan de koningin.
Lees alle verhalen hier terug.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.