Verscheurd: het verhaal van de homoseksuele christen

“Mijn hoofd tolde toen ik die avond naar bed ging. Dit was de manier waarop we de wereld konden veranderen: onjuiste informatie bestrijden met persoonlijke verhalen.”

Wéér een boek over homoseksualiteit en geloof. Dat is niet alleen de titel van één van de maar liefst twee recensies op StaatGescheven.nl, maar het is ook precies wat ik dacht toen ik las over het boek ‘Verscheurd’ van Justin Lee. Been there, done that. Mosterd na de maaltijd. Next, please.

Ik heb verder niets tegen homo’s (echt niet), maar ook een bokkepoot heeft het wel eens een keer gehad met al het geach en gewee rondom homoseksualiteit. En ik ben ook al niet zo gelovig meer, dus als je nu nog bij mij moet aankomen met een “open en evenwichtig perspectief voor kerken en gelovigen die de impasse rond het thema homoseksualiteit en de bijbel willen doorbreken”, ben je misschien een tikkeltje aan de late kant.

Maar toch… in de verschillende beschrijvingen van het boek kwam iets naar voren wat bij mij bleef hangen: namelijk het feit dat Justin vooral zijn eigen verhaal vertelt. En wie ondergetekende een beetje kent, weet dat persoonlijke verhalen mij vaak meer zeggen dan allerlei goed onderbouwde theorieën zonder doorleefde connectie met het dagelijks leven.

Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Misschien toch maar eens kopen, dat boek. Wellicht iets voor een recensie op DwazeSchare.nl? Ja dahaag, op Staat Geschreven staan er al twéé. En zou het niet een béétje stereotyperend zijn als ik met een boek over ho…

Hee, een mailtje. Van de eindredactie. “Hoi Bokkepoot. Het is natuurlijk heel erg stereotyperend om dit aan jou te vragen, maar……”

En zo geschiedde.

9200000022439151


“Ik was een toegewijde christen, en iedereen wist dat. Als ik geen bijbel in mijn rugzak had zitten dan zat er in elk geval wel een kerkblaadje in en een paar foldertjes die je precies vertelden hoe je bekeerd kon worden. Ik was altijd en overal klaar om te getuigen. Je hoefde er bij wijze van spreken maar een muntje in te gooien en ik stak van wal.”

God Boy
Het perfecte Amerikaanse plaatje – zo beschrijft Justin zijn jonge jaren. Hij bedoelt het niet cynisch als hij beschrijft hoe het gezin waar hij in opgroeit zo van de cover van een christelijk tijdschrift weggelopen kan zijn. Hij heeft een warme, hechte relatie met beide ouders, een grote vriendenkring, volgt onderwijs op een speciale school voor hoogbegaafden, volgt alle vakken op het hoogste niveau en haalt uitsluitend negens en tienen. Hij is daarnaast een overtuigd en toegewijd christen. Zijn vrienden en klasgenoten noemen hem ‘God Boy’, omdat hij vrijwel elke gelegenheid aangrijpt om over God te vertellen.

Natuurlijk heeft ieder mens wel eens wat. Zo merkt Justin dat hij iets anders in elkaar steekt dan zijn vrienden en klasgenoten wanneer het op meisjes aankomt. Hij moet eigenlijk een beetje lachen om al die jongens die zo overdreven met het andere geslacht bezig zijn. Maar joh…. dat is ook logisch natuurlijk: hij is God Boy. En God Boy kijkt vooral naar de binnenkant, nietwaar? Justin heeft gewoon niet zoveel last van al die opborrelende hormonen.

Althans, niet wat meisjes betreft. Wat betreft jongens ligt het een beetje anders. Maar dát houdt Justin angstvallig verborgen. En daarbij snapt Justin – zo wijs is hij wel – dat dit gewoon een fase is in zijn ontwikkeling. Hij is een beetje een laatbloeier, meer is het niet. En wanneer Justin een vriendinnetje krijgt – Liz, een meisje waar hij echt van houdt en waar hij zich gelukkig bij voelt – houdt hij zichzelf voor dat ‘de rest’ gewoon nog wat tijd nodig heeft. Geen zorgen, straks komt het allemaal wel goed.

Maar het komt niet goed.

“Het was een geweldige avond en de muziek was prachtig. We zaten daar als in trance, hand in hand, meedeinend op de muziek. Heel even leek mijn leven volmaakt.

Maar toen, opeens, werd mijn aandacht getrokken door een gezicht in de menigte. De jongen, ook een bezoeker van het concert, liep ons voorbij op weg naar zijn vriendengroep. Ik zag hem maar heel even, maar ik voelde me onmiddellijk tot hem aangetrokken en ik merkte dat mijn gedachten en gevoelens met me op de loop gingen. Ik wilde alles over hem weten. Wie was hij? Met wie was hij hier? Waar ging hij naartoe? Waar zat hij op school? Ik wilde hem ontmoeten, met hem praten, hem leren kennen, tijd met hem doorbrengen. Ik zou al tevreden zijn geweest als ik bij hem in de buurt had kunnen zitten en de rest van de avond naar hem had kunnen staren.

(…) Tot ik mezelf tot de orde riep. Hier stond ik, hand in hand met het liefste, meest fantastische meisje op de wereld, een meisje van wie ik hield en die ook van mij hield – mijn vriendin, met wie ik op een dag had willen trouwen. En toch kon ik alleen maar denken aan een of andere jongen die ik ergens in de menigte voorbij had zien komen. Wat was er mis met mij?”

De periode die volgt is er een van verwarring en ontkenning. Op een gegeven moment heeft Justin er een labeltje voor: hij is biseksueel. Tot een van zijn vrienden – eentje die wél op meisjes valt – hem uiteindelijk uit de droom helpt.

“Ik wilde het niet toegeven, maar hij had gelijk. Ik had nog nooit ook maar één seksuele gedachte over vrouwen gehad – laat staan dat ik lust gevoeld had. (…) Op dat moment zette ik die gedachte uit mijn hoofd, maar naarmate de tijd verstreek begon ik te beseffen dat het waar was wat mijn vriend had gezegd. Hoe eng ik het etiketje ook vond, de waarheid was dat ik niet bi was. Ik was homo. Hómo.”

Toch maar liever hetero
Naarmate het verhaal verder gaat krijgt de titel van het boek steeds meer betekenis. Als hij bij zijn vriendin zijn hart uitstort is zij het die hem vervolgens een boek geeft over christenen die hun homoseksuele geaardheid accepteren. Maar dat is wel het láátste wat hij wil! Hoe kan ze hem dit aandoen? Wil ze echt Gods Woord met voeten treden? Een christen kán toch geen homo zijn!

Nadat de relatie met zijn vriendin langzaam is doodgebloed, heeft Justin nog maar één doel voor ogen: hetero worden. Hij komt in aanraking met de ex-gay community. En dan, heel langzaam maar zeker, begint er ergens bij Justin een kwartje te vallen.

“Halverwege de bijeenkomst zei een vermoeid uitziende man met een trouwring aan zijn rechterhand dat hij opwindend nieuws had. Alle aanwezigen leunden naar voren. ‘Dit weekend’, zei hij, ‘was ik met mijn vrouw en kinderen naar het strand. Terwijl we daar waren kwam er een vrouw in een uitdagende bikini voorbij. En ik merkte haar op!’

Hij ging rechtop zitten, een tevreden glimlach om zijn mond. De kleine groep barstte uit in gejuich en feliciteerde hem uitbundig. Blijkbaar was dit een mijlpaal voor hem – oog hebben voor een vrouw op het strand.”

Bij Justin begint – met vallen en opstaan – een bewustwordingsproces op gang te komen. Een proces dat zo’n tweehonderd bladzijden nodig heeft om te rijpen, en dat zich gestaag vormt tegen de stroom in van vooroordelen en onbegrip van zowel christenen, kerken en christelijke hulpinstanties, als ook vanuit de homo-gemeenschap zelf.

chuchstreet

Zo doen we dat
Justins eerste kennismaking met expliciete erotiek is wanneer een christelijke kennis ongevraagd een Playboy in zijn handen duwt. Natuurlijk niet helemaal zoals onze Lieve Heer het bedoeld heeft, maar God kan ook met een kromme stok nog…. nou ja, of Justin het in elk geval eens wil doorbladeren. Om zijn natuurlijke gevoelens wakker te maken. Het werkt: Justins natuurlijke gevoelens komen inderdaad tot leven wanneer hij het blad doorbladert – hij wordt er tamelijk onpasselijk van.

Midden in een chat wordt Justin van zijn favoriete christelijke chatsite geknikkerd. Reden: iemand heeft de sitebeheerder vertelt dat hij homo is. En sorry, dit is een christelijke website: homo’s zijn hier niet toegestaan. Ja nee, we begrijpen dat je hier nog nooit één woord over homoseksualiteit gesproken hebt, celibatair leeft, liever hetero was geweest en een toegewijd christen bent, maar – nogmaals sorry – dit is een christelijke website en homo’s zijn hier niet toegestaan. Dat is de regel, snap je?

En dan is er die christelijke conferentie waar wordt uitgelegd hoe homoseksualiteit een gevolg is van problemen in de opvoeding. De afstandelijke of afwezige vader, de dominante, overbeschermende moeder… als Justin op een gegeven moment naar voren gaat, de microfoon ter hand neemt en eenvoudig vertelt in welk harmonieus gezin hij zelf opgroeide, komt na afloop één van de sprekers naar hem toe. Een vriendelijk verzoek of hij zich in het vervolg toch maar wil voegen naar het onderwijs dat hier gegeven wordt.

Voor meer van dit soort smeuïge anekdotes: leesplezier gegarandeerd, het boek staat er vol mee. Justin wil met hart en ziel – en koste wat het kost – in alles God dienen. Hij wil absoluut geen homo zijn, maar beseft dat hij nooit hetero zal worden. Hij zit met bergen vragen, maar zodra hij waar dan ook aanklopt, wordt hij of afgewezen, of in een hokje gestopt, of met alle liefde de weg gewezen ‘naar verandering’.

“Iemands geaardheid is verweven met de kern van zijn wezen.”

De oorzaak van homoseksualiteit
Eén hoofdstuk wijdt Justin specifiek aan de vraag waarom mensen homoseksueel zijn. Hij gaat hier in op de verschillende theorieën die gay_brain_0617je zoal tegen kunt komen (aangeboren, aangeleerd, keuze, scheefgroei) en bespreekt vervolgens een aantal onderzochte feiten, zoals verschillen in hersenstructuur tussen homo- en heteroseksuelen, verschillen in verbale vaardigheden en ruimtelijk inzicht, voorkomende verschillen in lichaamsbouw en motoriek, het verband met linkshandigheid, het ‘oudere-broer-effect’ en meer van dergelijke wetenswaardigheden.

Verwijzingen naar bronnen ontbreken, het wordt allemaal een beetje in klokhuis-taal beschreven en wie ooit zelf een kwartiertje het internet heeft rondgesurft met de vraag: ‘hoe word je homo?’, weet eigenlijk al meer. Maar binnen de context van het boek, dat verder vooral vertelt over Justins eigen worsteling en zijn zoektocht naar de plaats van homoseksualiteit in het leven met God, is dit hoofdstuk een goede aanvulling.

Justins realistische slotconclusie is overigens dat we – ondanks de onderzochte feiten en goed onderbouwde hypotheses – nog weinig met zekerheid kunnen vaststellen wat betreft het ontstaan van homoseksualiteit.

Dubbelrol
‘Verscheurd’ is onmiskenbaar een christelijk boek. Justins worsteling met, en reflectie op zijn homoseksuele gevoelens zijn sterk verweven met zijn geloofsovertuiging. En naast dat hij regelmatig – en tegen het einde van het boek meer specifiek – de bijbel open slaat, spreekt hij de lezer regelmatig aan in de wij-vorm om ‘wij als christenen’ iets bij te brengen.

Ondertussen tobt Justin zelf behoorlijk met zijn christen-en-homo-zijn:

“Ik begon het gevoel te hebben dat ik twee afzonderlijke, onverenigbare identiteiten had.

Allereerst was daar de christelijke Justin, (…) die actief was binnen CCF, die zijn bijbel door en door kende en wellicht ooit dominee zou worden. De tweede was de homoseksuele Justin, een van de leiders van GALBA, die zich inzette om homoseksualiteit bespreekbaar te maken op de campus, maar een persona non grata was in de ogen van de kerk.

Christelijke Justin had zijn christelijke vrienden, terwijl homoseksuele Justin zijn homovrienden had. De strijd tussen homo’s en christenen kwam samen in mijn binnenste… ik was de belichaming ervan. En toch, vreemd genoeg, voelde ik me in geen van beide kringen thuis.”

Schrijnend is het beeld dat Justin vervolgens schetst van de homoseksuele christen die een leven lang met zichzelf blijft worstelen:

“Wilde je een góed mens zijn of wilde je een eerlijk mens zijn? Ontkennen wat je wist over God of ontkennen wat je wist over jezelf? Jezelf veroordelen tot een leven lang doen alsof of jezelf veroordelen tot een eeuwigheid in de hel?

Voor de keuze gesteld besloten sommige mensen God te dienen en dag aan dag in stilte te lijden. Zij waren degenen die CCF-bijeenkomsten bezochten, glimlachend en zingend terwijl ze hun uiterste best deden om hun gevoelens te veranderen en hoopten dat niemand de waarheid zou ontdekken.

Sommigen van hen zochten hulp bij ex-homo-organisaties, verlangend naar een dag die nooit zou komen, de dag waarop ze hetero zouden zijn. Een aantal van hen zou niet eens in staat zijn om de waarheid tegenover zichzelf te erkennen, laat staan tegenover iemand anders. Ze zouden op een dag misschien trouwen, waarna hun man of vrouw altijd het gevoel zou hebben dat er iets niet in orde was, zonder te weten wat.”

Dan schetst Justin nog een optie – waarbij ondergetekende eerst even zijn wenkbrauwen optrekt, en vervolgens zachtjes fluitend een andere kant op kijkt.

“Anderen zouden de tegenovergestelde keuze maken en besluiten eerlijk te zijn over hun gevoelens. Ze zouden ervoor kiezen om in het hier en nu te leven, om afstand te doen van het geloof uit hun jeugd (…). Als het ze al zou lukken om iets van het christelijk geloof vast te houden, speelde het waarschijnlijk geen grote rol meer in hun leven. ‘Spiritueel, maar niet religieus’ is de omschrijving die sommigen wellicht zouden gebruiken.”

Depressie
Justin komt steeds meer in conflict met zichzelf. Na een ontgoochelende ervaring in een broeierige homo-disco, waarbij hij zich als nooit tevoren vervreemd voelt van zijn homoseksuele identiteit, raakt hij in een diepe depressie. De eenzaamheid slaat toe, hij begint te spijbelen en fantaseert steeds vaker en gedetailleerder over zelfmoord. Als hij ten einde raad een psychiater bezoekt en zijn verhaal vertelt, legt deze vervolgens uit wat Justins werkelijke probleem is: het is gewoon een zonde om homo te zijn! Kijk maar, het staat in Leviticus.

De tweede psychiater die Justin bezoekt schrijft hem anti-depressiva voor, maar kan hem uiteindelijk ook niet helpen. Justin begint zich te realiseren dat hij zelf iets moet veranderen: hij moet stoppen met het leiden van twee levens.

Terug naar de bijbel
Dan begint, na ruim 200 pagina’s, datgene waar het hele boek een beetje naar toe lijkt te werken. Justin moet leren accepteren dat hij én naar Gods wil wil leven, én dat zijn homoseksualiteit een wezenlijk  onderdeel is van zijn identiteit. En hij gaat op zoek naar de antwoorden. Antwoorden op de vraag der vragen voor iedere christelijke homo: wat zegt de bijbel over homoseksualiteit

Justin is inmiddels al lang en breed op de hoogte van alle christelijke opvattingen over homoseksualiteit, variërend van ‘hGay-bibleomoseksuele gevoelens zijn een zonde’ tot aan volledige omarming van homoseksuele relaties met alles erop en eraan. Ook weet hij van de verschillende tekstinterpretaties die van toepassing zijn op de bekende bijbelteksten die op homoseksualiteit zouden slaan. Maar hij wil het in de eerste plaats zelf onderzoeken, niet om op zoek te gaan naar ‘mazen in de wet’, maar om hierin echt Gods wil te ontdekken.

Hij besluit bij het begin te beginnen. Hij gooit alle reeds bekende vooronderstellingen overboord en slaat de bijbel open voor een – naar eigen zeggen – eerlijke, diepgaande studie over dit onderwerp.

En…. mag het?
Justin onderzoekt de teksten over de dreigende groepsverkrachting in Sodom, de tekst-der-teksten uit Leviticus 18 en het bekende gedeelte uit de eerste brief aan de Romeinen. Zijn conclusie – twintig bladzijden verder – is dat deze teksten niet gaan over seks tussen homoseksuele mannen, maar over afgodische rituelen en vijandelijke verkrachtingen. Het gaat hier voornamelijk om de context waarin de seksuele activiteit plaatsvindt, niet om de seks zelf.

Maar deze bijbelpassages scheppen verder geen duidelijkheid over Gods goed- of afkeuring van homoseksuele relaties op zich. Dat ziet Justin ook, dus zoekt hij verder. Hij doet uitgebreid onderzoek, vergelijkt bronteksten, raadpleegt literatuur.

En loopt dan vast.

“Het was zelfs nog verwarrender dan eerst. Ik realiseerde me dat ik zonder al te veel moeite een helder, sterk pleidooi kon voeren voor beide visies. (…) Ik werkte beide pleidooien uit in mijn hoofd en zette ze tegenover elkaar – een beetje zoals een schaakspeler die tegen zichzelf schaakt. Maar hoe ik ook mijn best deed, het resultaat was steeds weer een patstelling.”

Ja maar…. mag het?
Na heel veel nadenken, lezen, uitpluizen en piekeren, is Justin nog niets opgeschoten. Hij komt tot de conclusie dat hij ‘naar de letter’ geen waterdicht antwoord vindt op de vraag of je als christen een homoseksuele relatie aan mag gaan of niet.

Dan valt zijn oog op een brief van Paulus. Eén zin daaruit zet hem op een heel ander spoor, en via nog best een omweg – o.a. langs uitspraken van Jezus over de sabatsheiliging – komt Justin uiteindelijk tot zijn eigen conclusie met betrekking tot de vraag: keurt God homoseksuele relaties goed?

Wat die conclusie precies is, laat ik verder in het midden. Dat doe ik om twee redenen. Allereerst doet Justin er uiteindelijk 50 pagina’s over om tot zijn conclusie te komen. Zowel zijn zoektocht als zijn bevindingen en reflecties gaan veel verder en dieper dan hier onder woorden te brengen valt en geven de lezer ook meer inzichten dan enkel het antwoord op de vraag ‘of het nou wel of niet mag’. Om hier alleen zijn eindconclusie te geven – of zelfs maar een poging te doen zijn gedachtegangen daarachter samen te vatten – zou geen recht doen aan zijn zoektocht.

Maar bovenal: het doet er niet écht toe. Voor jou en mij als lezer wel natuurlijk, maar niet voor hetgeen Justin op het oog heeft. Want nadat het boek eindelijk antwoord lijkt te geven op de hamvraag waar het allemaal om draait, neemt het verhaal nog een verrassende wending.

Gay Christian Network
Justin besluit dat hij zijn bevindingen niet voor zichzelf kan houden. Hij typt zijn levensverhaal uit en plaatst dit op een forum, en later op een eigen website. En van het een…

“Een moeder schreef me hoe ze het beste met haar homoseksuele zoon om kon gaan.”

… komt het ander.

“Ik kocht software voor een messageboard, paste het aan onze behoeftes aan en lanceerde een internetcommunity voor mijn nieuwe vrienden, een plek waar christenhomo’s elkaar konden ontmoeten en steun konden vinden. We noemden het het Gay Christian Network, of GCN. (…) En opeens waren we met meer dan honderd mensen. Toen met duizend.”

Kleine projectjes worden groot. Justin wordt directeur van zijn Gay Christian Network, een wereldwijde non-profitorganisatie voor christelijke homo’s en lesbiennes, biseksuelen en transgenders. (En verdwaalde hetero’s met een regenboog-fetish die graag willen meehelpen).

gcn-small

Het ultieme doel
Binnen GCN ziet Justin dat er een vruchtbare dialoog plaatsvindt, tussen wat ze daar noemen ‘Kant A’ (mensen die geloven dat seksuele relaties met mensen van hetzelfde geslacht ok zijn) en ‘Kant B’ (mensen die geloven dat de bijbel seksuele relaties met mensen van hetzelfde geslacht afwijst). Hij stelt zich tot doel om het respect voor beide kanten voorop te stellen.

“Ik wilde de kerk en de wereld laten zien dat het mogelijk was om een liefdevolle, christelijke gemeenschap te vormen, ook al waren er significante theologische meningsverschillen. (…) GCN moest een neutrale zone worden, een plaats waar mensen de culturele strijd konden vergeten en wisten dat ze onder vrienden waren. (…) Verbazingwekkend genoeg bleek het experiment te werken. Mensen trokken met elkaar op en hadden elkaar lief, ondanks de kloof van hun overtuigingen.”

Het is uiteindelijk de overbrugging van deze kloof die centraal komt te staan in het verhaal van Justin, zijn boek en zijn Gay Christian Network.

“Ik verwacht niet dat christenen het op korte termijn eens zullen worden over deze kwestie, maar samenleven in een liefdevolle christelijke gemeenschap is toch mogelijk, ondanks de uitdagingen en het meningsverschil. Dat is niet gemakkelijk, en we maken allemaal fouten. Maar het is wel waar God ons toe roept. Die houding, zelfs nog meer dan onze doctrine, is het beste bewijs van onze toewijding aan Christus.”

Terug naar de kerkvloer
In het laatste hoofdstuk richt Justin zich weer tot de kerk en noemt zeven punten voor verbetering. Uiteindelijk was dit het hoofdstuk waar ik het meest mijn adem in hield. Schreef Justin de eerste 290 bladzijden vooral over zichzelf en zijn eigen inzichten, op de laatste 36 pagina’s maakt hij concreet wat zijn bevindingen volgens hem in de kerkelijke praktijk betekenen:

  1. De kerk moet genadig omgaan met meningsverschillen over homoseksualiteit.
  2. Christenen moeten onderwezen worden over wat homoseksualiteit inhoudt.
  3. De kerk moet breken met ex-homotherapieën.
  4. De kerk moet bewust celibatair levende homo’s erkennen en ondersteunen.
  5. We moeten af van de mythe dat de bijbel anti-homo is.
  6. Openlijk homoseksuelen moeten een plek vinden in de kerk.
  7. We moeten leren om een effectieve dialoog te voeren.

Dit laatste punt – waar het boek ook mee eindigt – is gericht aan homo’s, hetero’s, christenen en ongelovigen, en is misschien wel hét kernevangelie van Justin. Blijf niet op je eilandje zitten, leef je in in de ander en heb geduld met elkaar, ondanks de verschillende, vaak emotioneel beladen standpunten.

Reflections_presbyterianchurch


En… wat vind ik er van?
Gezien de doelstelling van dit boek – het bieden van ‘een open en evenwichtig perspectief voor kerken en gelovigen die de impasse rond het thema homoseksualiteit en de bijbel willen doorbreken’ – zie ik Justins ‘Verscheurd’ als een redelijk compleet, christelijk basisboek over homoseksualiteit.

Compleet, vanwege het combineren van Justins levensverhaal met zijn persoonlijke reflecties op het onderwerp, achtergrondinformatie over homoseksualiteit, een doorleefde bijbelstudie en het concreet en helder op een rij zetten van zijn uiteindelijke actieplan.

Basis, omdat Justins kracht vooral ligt in ‘het goed weten te brengen’, maar ik niet het idee heb dat hij veel dingen vertelt die echt nieuw voor me zijn. Wat dat betreft heb ik stiekem het idee – al kan ik dat niet echt aantonen – dat veel van Justins ‘ontdekkingen’ toch vooral herhalingen zijn van reeds bestaande inzichten. Waarbij het absoluut zijn talent is om dit te verbinden met persoonlijke ervaringen en alles uiteindelijk samen te voegen tot een goed uitgewerkt en afgerond concept.

Van A naar B
Dit brengt me meteen bij mijn eerste aandachtspunt: ook ‘Verscheurd’ is natuurlijk een boek met een kop en een staart. En zodra de kop er af is werkt het boek toe naar die staart. Waarbij Justin duidelijk zijn best doet om de lezer langzaam mee te nemen van standpunt A, naar standpunt B.

Dat is logisch, gezien zijn doelstelling met het boek. Justin wil een eerste impuls geven om de impasse binnen de kerk open te breken en de dialoog aan te gaan. Als hij in het eerste hoofdstuk al zou beginnen met zijn eindconclusie, zouden veel (Amerikaanse) christenen het boek meteen weer dichtslaan.

Nu neemt hij de lezer mee, door eerst zijn eigen conservatieve standpunten te verwoorden, langzaam op ontdekkingstocht door het leven te gaan, en dan – al worstelend – in al zijn onschuld spontaan van het ene in het andere nieuwe inzicht te vallen. Dat werkt prima voor de chronologie, logica en leesbaarheid van het boek – en Justin doet dit verder ook goed – maar de kritische lezer zal opmerken dat het boek als geheel een mooie compositie vormt, waarbij het uiteindelijk allemaal net een beetje té goed en té gelikt op elkaar aansluit.

Oh wacht, het is natuurlijk ook een Amerikaans boek.

Zwarte gaten zonder rafelrandjes
Juist ja. Gelukkig benoemt hij het zelf ook, maar Justin is echt wel ontsnapt uit de eerste de beste Zonnatura-reclame. Geweldige relatie met pa en moe, bergen met vrienden, hoogbegaafd, allemaal negens en tienen, altijd vriendelijk, diep gelovig… het kan niet op. Dat komt allemaal heel goed uit als hij zijn punt wil maken, namelijk dat homoseksualiteit niets met jeugdproblemen of verkeerde opvoeding te maken heeft. Maar hoe herkenbaar is dit plaatje voor de gemiddelde (Nederlandse) lezer? In die zin herken ik weinig van mezelf terug in het levensverhaal van Justin.

En daarmee kom ik terug op mijn eerdere punt: hoewel het boek vol staat met ingrijpende ervaringen, heftige emoties en depressieve buien tot aan zelfmoordgedachtes aan toe, heb ik toch de indruk dat vooral die dingen vermeld staan die heel mooi passen in de lijn waarin Justin de lezer mee wil nemen van A naar B. Genoeg zwarte gaten, maar toch mis ik ergens de échte rafelrandjes in het verhaal.

De homoseksuele kool en de christelijke geit
In zijn streven naar verzoening is het duidelijk dat Justin zowel de kool als de geit wil sparen. Natuurlijk is dat ook de inzet van het boek:

“Het gesprek over homoseksualiteit en christelijk geloof wordt vaak ongenadig hard gevoerd. Maar niet in dit boek.”

Alleen krijg ik de indruk dat hij toch iets meer nadruk legt op het sparen van de geit, dan op het sparen van de kool. En dat blijft niet beperkt tot zijn opvallend – soms té opvallend – milde en begripvolle opstelling bij alle homofobe christelijke poespas die hij over zich heen krijgt.

Zo geeft hij tegen het einde van het boek ook ruim aandacht aan het standpunt van de celibatair levende homo (‘kant B’), en verdedigd deze een aantal malen tegenover kritiek van de overtuigd praktiserende homoseksueel (‘kant A’). Het komt me voor dat Justin daarbij heel concreet over de celibatair levende homo spreekt, maar als hij duidelijk wil maken dat ook getrouwde homo’s welkom moeten zijn in de kerk, dit eerst met veel woorden inkleed en het dan vervolgens heeft over ‘Kant A-homo’s die zich levenslang aan elkaar hebben verbonden’, in plaats van het gewoon te hebben over ‘homoseksuele stellen’ of ‘homo’s die wel een seksuele relatie aangaan’.

Hij geeft dit zelf ook min of meer toe, als hij zegt dat het ‘kant A-standpunt’ nog geen brede aanhang vindt binnen de kerk. Om die reden lijkt Justin een stuk voorzichtiger te zijn als hij het Kant A-standpunt verdedigd, dan wanneer hij het Kant B-standpunt bespreekt. Natuurlijk is dit is allemaal best logisch gezien de belangrijkste doelgroep van dit boek, maar als overtuigde, niet-gelovige ‘Kant A-homo’ bezorgt het mij toch een beetje kromme tenen.

This is America!
Nog even over het Amerikaanse sausje: Waar het Justins persoonlijke verhaal betreft, is dat niet zo’n probleem – het is immers zijn verhaal. Maar waar zaken concreet worden vertaald naar de praktijk en er volgens Justin actie moet worden ondernomen, zou het toch leuk zijn als Justin een Nederlandse homo was geweest…

“In een cultuur waarin homo’s en christenen als elkaars vijanden worden gezien, hebben homoseksuele christenen een unieke positie. Wij kunnen vrede stichten en mensen helpen om anders naar elkaar te kijken. Wij zijn christenen die uit eigen ervaring weten hoe het is om buitenbeentjes te zijn en om gekwetst te worden door de kerk, waardoor wij beschikken over het perspectief dat de kerk zo hard nodig heeft. We zijn ons tot in het diepst van ons wezen bewust geworden van onze afhankelijkheid van Gods genade, op een manier die de meeste andere christenen nooit hebben ervaren.”

Tot zover een klein fragment uit een ellenlang betoog betreffende de nieuwe, fantastische, unieke rol die de homo krijgt binnen de kerk. Rolt u de rode roze loper maar vast uit. Oh… en gelieve zelf even uw bakje uit te spoelen onder de hete kraan – dank u.

Dus eigenlijk is het een flutboek?
Nee! Ik vind het absoluut een goed boek – in zijn soort. Het is prima geschikt voor datgene waarvoor het geschreven is: het open gooien van de dialoog tussen christenen die verschillend denken over homoseksualiteit, het met andere ogen bestuderen van de bijbel m.b.t. dit onderwerp, het geven van de juiste informatie over wat homoseksualiteit werkelijk inhoudt én een persoonlijk inkijkje bieden in de innerlijke strijd waar de christelijke homo doorheen gaat.

Kernkwaliteit van dit boek is vooral het koppelen van de theorie aan het persoonlijk leven, en ik denk dat veel mensen daar goed mee uit de voeten kunnen.

Ook voor de homoseksuele christen die worstelt met zijn geaardheid zal dit boek zeker hoop en perspectief kunnen bieden, met als pluspunt dat het een brede, doorleefde visie geeft op het onderwerp zonder zich stoïcijns aan één enkele conclusie vast te houden.

Tenslotte
Wat betekent dit boek voor mij persoonlijk? Wat me heeft verrast is Justins 50 pagina’s tellende ontdekkingstocht door de bijbel, met name in het gedeelte waarin hij – via verschillende teksten van Paulus – uiteindelijk terechtkomt bij uitspraken van Jezus. Uitspraken die op zich niets met homoseksualiteit te maken hebben maar die Justin wel op een nieuw spoor zetten. Dat dit me nog zo zou boeien had ik eigenlijk niet verwacht. Het is absoluut niet zo dat ik nu meteen weer de kerk in ren, maar dit zijn toch van die momenten dat mijn ‘religieuze voelsprieten’ wat spontane rondjes beginnen te draaien.

Daarbij vraag ik me ook nog wel stiekem af – al is dat meer een rationele nieuwsgierigheid dan dat het me emotioneel bezighoudt – hoe mijn leven zou zijn gelopen als ik dit boek vijftien jaar geleden onder ogen was gekomen.

Maar uiteindelijk werd ik toch het meest geraakt door Justins persoonlijke verhaal. Qua achtergrond en levenservaring is de enige overeenkomst tussen Justin en mij dat we allebei onszelf het label ‘homoseksueel’ hebben opgeplakt, en daar houdt elke verdere vergelijking wel zo’n beetje op. Maar in zijn reflecties op zichzelf en zijn gevoelens zegt hij regelmatig dingen die me raken vanwege de herkenning – ondanks het feit dat hij, letterlijk en figuurlijk, een andere taal spreekt.

“Als ik bij de juiste jongen in de buurt was, voelde het alsof ik hoog in de lucht zweefde en zelf licht gaf. Ik zou het niet erg vinden om allerlei rare fratsen uit te halen, om sentimentele liefdesgedichten voor te lezen of met een gettoblaster boven mijn hoofd in de regen te staan zoals John Cusack in ‘Say Anything’ – als ik daarmee zijn aandacht zou trekken en hij naar me zou lachen. Maar als er jongens waren die me dat gevoel gaven spande ik me tot het uiterste in om mijn gevoelens te verbergen. Het had geen enkele zin om verliefd te zijn op iemand die niet op jongens viel.

Maar stel je voor dat ik iemand ontmoette die me dat gevoel gaf én die dezelfde gevoelens voor mij had? Het leek me haast ondenkbaar. Ik concentreerde me nu al zo veel jaar op het onderdrukken van mijn gevoelens dat ik nooit had overwogen dat er misschien op een dag iemand zou zijn die ze zou beantwoorden.

Mijn hart sprong op bij de gedachte alleen al, gevolgd door een intens gevoel van vreugde dat ik nog nooit eerder had ervaren. Ik begon me voor te stellen hoe het zou zijn om verliefd te worden op iemand die dat ook op mij was. Heel even voelde ik me fantastisch, alsof niets ter wereld me nog kon raken.”

Verscheurd – Justin Lee
Nederlands, 334 pagina’s
Ark Media, april 2014
Prijs: € 19,95


Update 6 juni 2015
Op Zinvloed.nl is een 80 minuten durende video terug te zien (3 delen) met het integrale verslag van Zinvloed Ontmoet Justin Lee, een avond met publiek waarin Herman Wegter in gesprek gaat met Justin over diens leven en boek, over de dillema’s rondom homoseksualiteit en christen zijn en over de vraag hoe christenen met verschillende standpunten over homoseksualiteit met elkaar in gesprek kunnen blijven.

Het is de bedoeling dat Justin binnenkort ook een blogartikel zal schrijven voor Zinvloed.nl waarin hij dieper in zal gaan op enkele vragen die vanuit het publiek zijn gesteld. 

34 gedachten over “Verscheurd: het verhaal van de homoseksuele christen”

  1. Mooie recensie; het verhaal van Justin raakt me, ik ga het boek zeker lezen!

    Maar @bokkepoot:

    Justin is echt wel ontsnapt uit de eerste de beste Zonnatura-reclame. (…). Dat komt allemaal heel goed uit als hij zijn punt wil maken, namelijk dat homoseksualiteit niets met jeugdproblemen of verkeerde opvoeding te maken heeft. Maar hoe herkenbaar is dit plaatje voor de gemiddelde (Nederlandse) lezer? In die zin herken ik weinig van mezelf terug in het levensverhaal van Justin.

    Maar waar zaken concreet worden vertaald naar de praktijk en er volgens Justin actie moet worden ondernomen, zou het toch leuk zijn als Justin een Nederlandse homo was geweest…

    Misschien een uitdaging om met jouw verhaal een ‘Nederlandse versie’ te schrijven? Aan schrijftalent en mildheid ontbreekt het je in elk geval alvast niet!

  2. @Bram

    Paulus had dit allemaal in één lange zin gesmeten. 😉
    Maar goed, de volgende keer doen we het gewoon zó, he:


    VERSCHEURD – HET NIEUWE BOEK VAN JUSTIN LEE

    Justin legt uit waar zijn boek over gaat:


    Hoppa. Klaar. 🙂

  3. @Rinus

    Misschien een uitdaging om met jouw verhaal een ‘Nederlandse versie’ te schrijven?

    Ik vond dit al een struisvogelei, eerlijk gezegd. Ik en een boek schrijven…. jij zou toch beter moeten weten. 🙄 😉

    Daarbij: om een boek te schrijven moet je eerst iets kwijt willen, een verhaal hebben. Mijn kanttekening bij het boek van Justin Lee is dat het nogal een afgerond verhaal is, maar dat is natuurlijk ook juist de kracht van het boek: hij heeft iets te vertellen. Ik heb in geen enkel opzicht een vergelijkbaar verhaal, en het is ook allesbehalve afgerond.

    Toen ik net uit de kast was heb ik overigens wel serieus met de gedachte gespeeld om dingen op te gaan schrijven. Maar dan niet om met afgeronde antwoorden te komen, maar juist om de vragen en de ‘rafelrandjes’ naar voren te halen. Tot op de dag van vandaag heb ik nog steeds sterk het idee dat er twee uitersten zijn in het huidige maatschappelijke gedachtegoed: of je hebt zo je bedenkingen bij homoseksualiteit, óf je ziet homoseksualiteit als volledig gelijkwaardige variant op heteroseksualiteit. Een mogelijke tussenvorm qua opvattingen is ondenkbaar, en eigenlijk ook een taboe.

    Ik heb binnen die context een tijdje met het idee gespeeld om op een ludieke manier in te gaan op een aantal thema’s rondom homoseksualiteit waar volgens mij nog steeds een beetje een taboe op rust. Ik wilde de tegenstrijdigheid in verschillende opvattingen boven water halen. Wat dat betreft heb ik altijd wel een honger gehad naar wat ‘echt’ is. En dan vooral op aards bonobo-niveau, als je snapt wat ik bedoel. Menselijk gedrag laat zich niet vangen in hokjes, niet in religieuze, niet in intellectuele, niet in filosofische, niet in domme en niet in intelligente hokjes. Ook niet in positieve hokjes. Het leven is zoals het is – laat het dan ook gewoon zijn zoals het is.

    Maar goed, het blog ís er – maar er staat twee jaar later nog geen enkel bericht op. Dus van dat boekje waar ik óók serieus over heb gedroomd zal wel helemáál nooit iets terecht komen. 😉

  4. mooie reactie @bokkepoot!
    ik ben echt geïnteresseerd in jouw vragen en rafelrandjes.
    een blog is daarvoor wel een goed idee overigens, als je dan een keer in een hyperfocus terecht komt ligt er zo weer een stukje… 😉

  5. @bokkepoot
    Prachtige recensie met mooie personal touch. Je hebt een woord voor de wereld!!
    Thanks

  6. @Rinus

    Dat is nou juist het punt: het zijn gefragmenteerde gedachten, hersenspinsels, en die veranderen ook steeds weer. Ik denk nu weer heel anders over bepaalde dingen dan pakweg een jaar terug. Dat afgeronde verhaal zal er wel nooit komen. 😉

    Mijn ‘vragen en rafelrandjes’ rondom homoseksualiteit zijn echt van een heel andere orde dan bovenstaand verhaal. Ik heb zelf – ook na twee jaar uit de kast zijn – nog steeds de neiging om vooral met een knipoog naar mijn homoseksuele identiteit te kijken, en ik kan me echt ergeren aan de overspannen manier waarop er in de media soms met dit onderwerp omgegaan wordt.

    Het is vaak zo zwart wit. En ja, ik weet van de zelfmoordcijfers onder homoseksuele pubers, van de afwijzing door ouders, de neanderthalische ideeën die mensen soms kunnen hebben. En natuurlijk moet je soms even flink naar de andere kant overhellen om te zorgen dat de boot niet kapseist.

    Maar ik zit toch liever een beetje in het midden.

    ————————————–

    Ok, vaag geleuter. Maar concreet: geen idee of ik die draad alsnog een keer oppak. Ook geen idee of jij het dan interessant vindt. 😉

  7. @afolus

    Zo zo…. een woord voor de wereld nog wel! 🙂
    Moet het wel nog even vertaald worden.

  8. Hmm…

    …. het herstel van de zichtbaarheid van de aanwezigheid van God…

    Ik verwacht dat vooral Edwin Wietses goed zichtbaar zal zijn. Als ‘ie z’n goeie ideeën nou ff uittiept en online gooit? Doe ik ook altijd. 🙂

    Scheelt meteen een hoop gedoe met licht en geluid enzo.

  9. Hij zegt op een gegeven moment dat hij een week zou kunnen vullen over “de aanwezigheid van God”. Ik denk dat dat bluf is. En als dat zo is waarom is hij dan de eerste die dat zo stelt. Ik bedoel ‘de aanwezigheid van God’ is niet iets wat christenen zouden ontlopen. Toch heb ik er zelden een preek over gehoord. Neee,,als dat zo zou zijn, zou het toch een algemeen ondererp zijn zoals bijvoorbeeld ‘De verloren zoon.’. Ik denk dat ik het maar niet verder ga luisteren. Zijn opbouw vind ik echt een beetje te gezapig.

  10. Anno 2014 een podiumpreek houden over het herstel van de zichtbaarheid van de aanwezigheid van God is sowieso een beetje gezapig, Derk.

  11. @Bokkepoot
    Nou, als je een en ander hard kan maken heb je mijn aandacht, Het is best wel een ding als je de aanwezigheid van God kan aantonen. Helaas merk je bij wietse meteen aan het begin al dat er musjes dood gaan.

  12. “Het was een geweldige avond en de muziek was prachtig. We zaten daar als in trance, hand in hand, meedeinend op de muziek. Heel even leek mijn leven volmaakt.

    Maar toen, opeens, werd mijn aandacht getrokken door een gezicht in de menigte. De jongen, ook een bezoeker van het concert, liep ons voorbij op weg naar zijn vriendengroep. Ik zag hem maar heel even, maar ik voelde me onmiddellijk tot hem aangetrokken”

    De oorzaak voor zijn homoseksuele gevoelens lijken me uit dit stukje wel duidelijk. Als je in trance bent sta je open voor de duivel en dus is hij nu homoseksueel. Gek dat er geen anderen op dit toch zeer voor de hand liggende conclusie zijn gekomen.

  13. @dsdre

    Het was een concert met Michael W. Smith en Jars of Clay. Sowieso al een beetje verdacht natuurlijk.

  14. Die M.W. Smith ziet er wel een beetje als homo uit en inderdaad die aanbidding van popsterren onder een gristelijk sausje is helemaal van de Duivel. Hij doet zich voor als …. Het ligt er wel allemaal dik boven op, maar men is ziende blind. Wie zal er nog aan het eind der tijden gevonden worden?

  15. @Bokkepoot

    Tot op de dag van vandaag heb ik nog steeds sterk het idee dat er twee uitersten zijn in het huidige maatschappelijke gedachtegoed: of je hebt zo je bedenkingen bij homoseksualiteit, óf je ziet homoseksualiteit als volledig gelijkwaardige variant op heteroseksualiteit. Een mogelijke tussenvorm qua opvattingen is ondenkbaar, en eigenlijk ook een taboe.

    Dit maakt mij nieuwsgierig.
    Welke voorstelling heb jij bij die tussenvorm?

    En welke tekst vond je z interessant dat je religieuze voelsprieten in beweging kwamen?

  16. @rob

    Welke voorstelling heb jij bij die tussenvorm?

    Ik denk niet dat het werkt om daar zomaar een concrete definitie van te geven. Die heb ik trouwens ook niet echt denk ik.

    Laat ik maar zo dicht mogelijk proberen te blijven bij wat ik vooral wilde zeggen, namelijk dat ik vind dat er vaak te gevoelig en te politiek correct wordt gereageerd als iemand in de media iets zegt wat het ‘anders zijn’ van ‘de homoseksueel’ t.o.v. ‘de heteroseksueel’ zou kunnen benadrukken. Ik kan daar verschillende voorbeelden van geven, maar heb je daar zelf geen beeld bij?

    En welke tekst vond je z interessant dat je religieuze voelsprieten in beweging kwamen?

    Dat was niet één tekst. Maar waar het in elk geval op neerkomt is dat Justin een bepaalde diepte in uitspraken van Jezus weet te leggen op een manier die me aanspreekt. Rationeel zeg ik: “mooie inlegkunde!”, maar toch raakt het me wel.

  17. Ouweneel kan zich niet voorstellen dat er mensen zijn die het evangelie hebben kennen en dan ook nog is altruïstisch zijn.

  18. @Bokkepoot
    Begrijpelijk. ik moet ook zeggen dat ik hem in halfslaap heb geplaatst. Maar de link maakte ik zo: Jij hebt het over je religieuze voelsprieten in de context van ‘normaal niet, maar nu heb ik ze wel weer even. Kortom je kent het evangelie maar hebt er geen interesse naar. Achteraf weinig reactie waardig denk ik zo achteraf.

  19. @Derk

    “Weigeren om ook maar iets met de Bijbel of Jezus te maken te willen hebben” is een omschrijving (uit het filmpje) waar ik me niet in herken. Ik vraag me af of dat niet vooral het beeld is wat ‘de christen’ bij ‘de afvallige’ heeft.

    Mijn enorm altruïstische instelling is verder sterk afhankelijk van wat het me oplevert de omstandigheden. 😎

  20. @Bokkepoot
    Mee eens wat dat altruïstische betreft, De mens heeft altijd een winst voor ogen. Maar hij zet denk iik toch mensen zoals jij waarschijnlijk ook mensen zoals ik als mensen gebukt onder haat, zijn weinig liefdevol. Ik denk toch dat als je de discussie of gesprek met hem of mensen zoals hem aangaat, zoiets in je achterhoofd moet houden. Met zo’n vast beeld na zo veel jaren levens/christen -ervaring geeft toch iets van starheid weer, Hij is een leraar, dus ik denk dat dat in de leer zit.

  21. @Derk

    Maar hij zet denk iik toch mensen zoals jij waarschijnlijk ook mensen zoals ik als mensen gebukt onder haat, zijn weinig liefdevol.

    Ik weet niet, maar dat kan ik niet echt uit het filmpje halen. Ik zou zeggen dat hij het zwart wit beeld juist een beetje probeert te relativeren door zich af te vragen of die mensen die zich én volledig van God hebben afgekeerd én zich louter altruïstisch gedragen wel echt bestaan. Want, zo stelt hij: die vind je onder christenen al niet veel.

    Vervolgens zegt hij juist dat we niet te snel moeten oordelen of iemand echt God afwijst. Meestal is het de kerk of de christen die wordt afgewezen.

    Tenslotte zegt hij dat altruïstische liefde onlosmakelijk verbonden is met liefde voor God. Zelfs als niet-gelovige denk ik dat hij daar een punt heeft: hoe meer ik mij geliefd weet (= meer eigenwaarde) hoe altruïstischer mijn instelling (= meer liefde hebben voor anderen). In mijn beleving een eenvoudig biologisch verschijnsel, maar wat je natuurlijk zo geestelijk kunt maken als je zelf wilt. Maar het is denk ik heel simpel: hoe gelukkiger ik met mezelf ben, hoe meer ik open sta voor anderen, voor de wereld om mij heen en dus ook voor (mijn beeld van) God.

    Vervolgens is het maar een kleine stap om dat om te draaien en er een geestelijk wet van te maken en daar Youtube-filmpjes mee te vullen.

  22. ….. en dat Ouweneel praat alsof hij God zelf heeft uitgevonden en daarbij kijkt alsof hij ondertussen vreselijk moet poepen staat daar verder los van.

  23. En Jars of Clay ook! Welk bewijs wil je nog meer?

    Jars of Clay

    One of the most openly satanic rock stars, Ozzy Osbourne is known for outlandish acts such as biting the head off a bat. Ozzy says, “I don’t know if I’m a medium for some outside force or not. Frankly, what ever it is I hope it’s not what I think it is, Satan” (Hit Parader, Feb. 1978, p.24) Ozzy’s song “Suicide Solution” has been linked to several teenage suicides, as Ozzy sings, “Suicide is the only way out.”

    Surely, no Christian would “listen” to songs by satanist Ozzy Osbourne!

    Jars of Clay, not ONLY “listens” to satanic Ozzy Osbourne, but they’re so “INFLUENCED” by satanic Ozzy (THIS IS HARD TO BELIEVE!) — JARS OF CLAY SING “CRAZY TRAIN” BY “SATANIC” OZZY OSBOURNE DURING THEIR “CHRISTIAN” CONCERTS!

    Some of the “satanic” lyrics to “Crazy Train”:

    Crazy, but that’s how it goes. . .
    I’m going off the rails on a crazy train
    I’ve listened to preachers
    I’ve listened to fools. . .
    Crazy, I just cannot bear
    I’m living with something that just isn’t fair
    Mental wounds not healing
    Who and what’s to blame
    I’m going off the rails on a crazy train

    Is there ANYBODY that is so “spiritually” BLIND that they could POSSIBLY think Ozzy Osbourne’s “Crazy Train: would be obeying Ephesians 5:19, “Speaking to yourselves in PSALMS and HYMNS and SPIRITUAL SONGS, singing and making melody in your heart to the Lord;”

    After watching a Jars of Clay concert, a writer for The Birmingham Post-Herald (Aug. 31, 1996, p.2A) wrote these “enlightening” words:

    “You’ve got to give Jars of Clay credit for a WICKED sense of humor. Why else would they do a langorous, offbeat treatment of Ozzy Osbourne’s “Crazy Train”? . . . the former lead singer of Black Sabbath and a man noted for his interest in the occult.”

    GOD HELP US — when Christians don’t have enough of the Holy Spirit to separate them from Ozzy Osbourne and his “songs of Satan”!

    And guess what other “spiritual song” Jars of Clay did? Amazing Grace? Blessed Assurance? How about rockin’ Rod Stewart’s “If You Think I’m Sexy”.

    If you want my body
    And you think I’m sexy come on sugar let me know
    If you really need me just reach out
    And touch me come on honey tell me so. . .
    Of course, that was in between the theme song for “Dukes of Hazzard” and secular Badfinger’GHT=o Matter What”. (source Wisconsin State Journal, “Unexpected Found in Jars of Clay”, 11/05/1998, p. 5E)

  24. @Drs Dre: Dank voor deze waarschuwing, waar zouden we zijn zonder oplettende medewebgebruikers!

  25. Update 6 juni 2015
    Op Zinvloed.nl is een 80 minuten durende video terug te zien (3 delen) met het integrale verslag van Zinvloed Ontmoet Justin Lee, een avond met publiek waarin Herman Wegter in gesprek gaat met Justin over diens leven en boek, over de dillema’s rondom homoseksualiteit en christen zijn en over de vraag hoe christenen met verschillende standpunten over homoseksualiteit met elkaar in gesprek kunnen blijven.

    Het is de bedoeling dat Justin binnenkort ook een blogartikel zal schrijven voor Zinvloed.nl waarin hij dieper in zal gaan op enkele vragen die vanuit het publiek zijn gesteld. 

Reacties zijn gesloten.