Soms kom je op internet van die doorwrochte verhalen tegen, goed doordacht, met allerlei moeilijke woorden en lange zinnen. Als Paulus wifi had gehad op zijn schip naar Rome Malta, dan zou hij ook deze geweldige artikelen geschreven hebben. Dat had hij echter niet, omdat tijdens een storm de bekabeling gebroken was, dus schreef hij ellenlange brieven, net als longreads wel met lange zinnen en moeilijke woorden.
Die doorwrochte artikelen (die je op internet leest, niet die van Paulus), noemen we longreads, al zijn de brieven van Paulus ook erg lang om te lezen. En hebben ze lange zinnen en moeilijke woorden. Enfin, bij de Dwaze Schare geloven we dat iedereen geschikt is om longreads te schrijven en om daarbij te helpen, hebben we de beste tips voor u op een rijtje gezet:
1. Verbind twee of meer onderwerpen die totaal los van elkaar staan met elkaar, bijvoorbeeld het grootkapitaal, datamining en webbeveiliging en de vraag waarom je appels en peren niet met elkaar kan vergelijken, en leg uit wat deze onderwerpen met elkaar te maken hebben.
2. Het beste is om lange zinnen te gebruiken die in de passieve vorm geschreven zijn, hoe passiever hoe beter zouden wij willen zeggen, en belangrijkst is, maar dat hebben jullie natuurlijk al heel erg lang geleden begrepen, om vooral zoveel mogelijk tangconstructies te gebruiken, zodat je als lezer, al heb je een goede opleiding en ben je zestig maal gepromoveerd, niet dat dat terzake zou doen, een zin wel drie keer gelezen moet hebben om enigszins te begrijpen wat er in de zin geschreven is.
3. Begin in de eerste alinea met een verhaal dat ‘to the point is’ (een paar zinnen in een vreemde taal is altijd een pre, quod non), geef daar in tweede alinea een vervolg op en gebruik de derde en de zesde alinea om een totaal irrelevant onderwerp te bespreken. Tenslotte is een longread gewoon een enorme hoeveelheid lettertjes. Koop je tomaten laat in het seizoen, tomaten van voor juli zijn per definitie geïmporteerd uit Spanje of verder, allerlei zielige kinderslaafjes zijn daarvoor aan het werk gezet en die tomaten zitten bomvol met allerlei bestrijdingsmiddelen.
Bestrijdingsmiddelen zijn trouwens moordend voor de bijen.
4. Herhaal een regelmatig hoe belangrijk dit onderwerp is. Het is echt essentieel om longreads te kunnen schrijven. Doordat de mensen in de lagere klassen geen longreads schrijven, kunnen de rijken, die toch al rijk zijn, zichzelf blijven verrijken en worden de rijken steeds rijker en de armen armer. En dat is allemaal afschuwelijk, kijk maar naar Amerika.
5. Al heb je het tijdens het verhaal al een paar keer benoemd, benadruk in je voorlaatste alinea dat dit verhaal echt helemaal nieuw is en dat de meeste mensen helemaal niet weten hoe gevaarlijk internet/het grootkapitaal/bespoten tomaten/bijensterfte/eenvoudige computerspelletjes/zeilboten zonder wifi/ enz. is. Je zet tenslotte niet voor niets zoveel lettertjes bij elkaar. Daarnaast denkt de lezer dan dat hij/zij iets weet wat voor het plebs verborgen blijft.
6. Vertel in de laatste alinea dat de voorbeelden die je gegeven hebt slechts enkele van de voorbeelden zijn. De lezer zal vast enkele van de voorbeelden herkennen, en zo niet: toch je conclusies overnemen. Tenslotte zijn longreads belangrijk en zeg je ook nog dat juist deze longread belangrijk is.
7. Zet het online. Als je stukken schrijft met veel lettertjes en zet je in een tijdschrift of in een krant, dan noem je het gewoon een essay of een opinieverhaal of een analyse. Maar essays, opinieverhalen en analyses zijn niet hip genoeg voor de interwebs, zet het dus online. Nu. Nu!
Had dit bericht niet beter als aside gekund? 😉
Als Paulus wifi had gehad, was het Nieuwe Testament zonder enige twijfel veel en veel dikker geweest.
Het enige voordeel had ‘m gezeten in meer duidelijkheid over de identiteit van de auteurs van de verschillende boeken/brieven/evangeliën. En, wellicht, embedded f.i.l.m.p.j.e.s.
Had de feedback van de korintiers wel willen lezen… zouden denk ik wel wat gekkies bij gezeten hebben. 🙂